De dood van Ted Kennedy gaf aanleiding tot veel commentaar over de nu uitstervende Kennedy-dynastie. Politieke dynastieën zijn in de VS net zo fascinerend en illegitiem als rock royalty of Hollywood blue blood. Je kunt niet vermijden om je beroemde naam erfelijk over te dragen, maar hoe moet dat met rijkdom en maatschappelijke positie? Het idee van dynastie, schreef de Amerikaanse correspondent van NRC Handelsblad, is eigenlijk on-Amerikaans: ‘In het zelfbeeld van het land draait alles om verdienste, en mag afkomst nooit een basis zijn om iemand te beoordelen.’ Daarom was Obama voor sommige conservatieven ook zo’n aantrekkelijke kandidaat. Beleggerskoning Warren Buffett schonk bijna zijn gehele vermogen aan goede doelen, onder het motto dat zijn familieleden net als hijzelf (zo beweerde hij althans) ‘een gloeiende hekel hadden aan het Europese idee dat kinderen kunnen profiteren van de prestaties van hun ouders’ (NRC Handelsblad 27.8.09).
In een individualiserende samenleving staat de ouderwetse familieband onder druk. De huishoudensverdunning’, zoals dat in de CBS-statistieken heet, schrijdt met rasse schreden voort. Het aantal alleenstaanden groeit spectaculair, en zal verder toenemen van 2,6 miljoen nu tot 3,6 miljoen in 2050. De grote historische trend voert ons van de extended family met drie generaties onder één dak via het kerngezin naar nieuwe ‘lichte’ gemeenschappen zoals vriendschapsnetwerken, waarbij de individuele speelruimte (nog) groter is. Juist omdat je je familie niet kunt uitkiezen, worden familieleden steeds meer langs de meetlat van de vriendschap gelegd (‘mijn ouders zijn mijn beste vrienden’). Niet voor niets was Friends jarenlang een van de best bekeken soaps: hier werd een nieuwe soort vriendschapsfamilie uitgevonden, een ‘urban tribe’ van loslopende maar toch saamhorige individuen.
Voor mijn lang overleden tante Agnes markeerde het criterium van de bloedverwantschap nog een principiële grens tussen het eigene en het vreemde: ‘die is geen familie, die is niet te vertrouwen’. Mijn ouders gingen in de jaren zestig deel uitmaken van een katholieke praatgroep, Ecclesia geheten, waarin zij met een drietal andere echtparen uit de parochie samenkwamen om zaken des geloofs te bespreken. Die groep groeide in de loop der tijd uit tot een vriendengroep, die voor mijn ouders een belangrijke emotionele aanvulling werd op de familiebanden. In mijn eigen generatie is het vriendschapcriterium nog belangrijker geworden, en schaam je je niet langer voor het feit dat je met bloedverwanten minder goed kunt opschieten dan met kennissen en vrienden.
Internetwerken als Hyves en Facebook zetten die trend voort. De familiecultuur wijkt steeds meer voor de mediacultuur, waarbij de kring van virtuele ‘mediavrienden’ deels in de plaats komt van de fysieke familiekring. Friends liet ook zien hoe belangrijk celebrities zijn geworden als quasi-kennissen die je huiskamer binnenvallen en die je bijna dagelijks volgt. Media compenseren daarmee voor een deel het verlies aan dichtheid van sociale verbanden dat optreedt in een individualiserende cultuur. Mensen kunnen individueel meer ruimte nemen omdat zij via hun mobieltje en internet op grotere afstanden in vrijwel onafgebroken contact met elkaar kunnen staan. De klachten over de ‘doorgeschoten’ individualisering en de noodzaak van herstel van saamhorigheid en sociale cohesie klinken wat overdreven als je ziet dat ‘de boel’ letterlijk door tal van communicatiemiddelen bij elkaar wordt gehouden.
Door elkaar opvolgende intieme verhoudingen en ‘vriendschappelijke’ scheidingen ontstaan nieuwe ‘keuzefamilies’, patchwork-gezinnen en netwerken van ‘exen’ die de banden van het bloed letterlijk verdunnen. Terwijl in premoderne maatschappijen de vriendschapsbanden nog worden gemodelleerd naar die van de bloedverwantschap (‘bloedbroeders’), is dat in moderne samenlevingen omgekeerd. Daarom hebben kinderen die opgroeien in familiegerichte dorpsculturen het ook zo moeilijk in een urbane samenleving als de onze. In de stad kom je vooral vreemden tegen en moet je met die vreemden leren omgaan: die diversiteit en variatie zijn juist het aantrekkelijke van de urban cool.
Familie- en verwantschapsmetaforen domineren ook in het debat over nationale (bloed en bodem) en religieuze bindingen (wij zijn allen kinderen van God). In ons vader- of moederland delen wij in de natuurlijke broederschap van leden van dezelfde volksstam. Het volksdenken gaat uit van bloed en erfelijkheid, en scheidt het volkseigene scherp van het volksvreemde. God, Nederland, en Oranje verwijzen alledrie naar familieverbanden: van rechtgelovigen, van volksgenoten en van de koninklijke dynastie die onze volkseenheid symboliseert. Nationalisme is een krampachtige poging om het familiegevoel vast te houden in een samenleving van lossere verbanden en lichtere tradities.
Niemand kan zonder familie: je wordt er letterlijk in geboren. Je herkomst ligt vast: je kunt je ouders nu eenmaal niet uitzoeken. Maar herkomst is geen toekomst. In een individualistische samenleving is het hiaat tussen beide groter en kunnen ontwikkelingskansen beter worden benut. De familielijn kan worden onderbroken, je kunt ontkomen aan de dwang van de erfelijkheid. Je familienaam is geen eigennaam: die kun je ook zelf maken. Bloed is dikker dan water, luidt een bekend gezegde uit traditionele, dynastieke culturen. Bloedverdunning, verwatering van afkomst, is de belofte van een cultuur waarin geestverwantschap, vriendschap en nieuwsgierigheid naar het vreemde belangrijker zijn dan de harde, exclusieve verwantschap van bloed en bodem.
*ook verschenen in Slow Management #10, herfst 2009.
Op 13 oktober kocht ik op het vliegveld op weg naar Spanje “Economie van eer”. Op 20 oktober sloeg ik de laatste bladzijden om in het vliegtuig op weg terug naar huis. Ik heb zelden een dergelijke inspirerende en helder geschreven sociaal-wetenschappelijke tekst onder ogen gehad.
Ik ervaar het belang van een vriendennetwerk in mijn eigen omgeving.
“In een individualiserende samenleving staat de ouderwetse familieband onder druk”
ik meen dat het een generatieleving is geworden waarbij de nichemarktlabels zorgen waar je bij hoort volgens de schap-meesters … u hier en de ander daar …
niet gediscrimineerd wel geselecteerd door kundige vak-lui
ergo, waar vindt het gesprek plaats op welk moment … dat je enigszins heb kunnen aanvoelen komen … en hoe stemmen wij af op ons gevoel … met zalmneus 😉
tja, een vriendennetwerk in eigen omleving incl. internetfora en droomlanden spreekt mij wel aan; zonder dromen geen plannen te maken …
hoe maken wij muziek met onze stemmen? in een sfeer?
@Dick, genuanceerd betoog inderdaad verstolde bloedbanden zijn eng, benauwend. Maar het effect van teveel bloedverdunners? Volgens de bijsluiter: bloeduitstortingen, blauwe plekken en inwendige bloedingen….dus het bloed moet blijven stromen, maar een te lage stollingsfactor lijkt me evenmin aan te bevelen!