Regelmatig maakt Waterlog plaats voor gastschrijvers. Deze keer is dat Irina van der Sluijs met een pleidooi voor ‘Slow feminism’.
Het zat me al een tijd niet lekker. Waarom al die aandacht voor Heleen Mees en consorten in het emancipatiedebat? Vanuit mediaoogpunt begrijp ik het wel. Nederlandse wereldvrouw die vanuit New York of Brussel haar macht te gelde maakt. Nooit te beroerd om harde uitspraken te doen of extreme standpunten in te nemen. Erudiet, welbespraakt, intelligent, verzorgd uiterlijk. Kortom, de ideale gast in praatprogramma’s en krantenrubrieken.
Wat irriteerde me? Het was geen aversie tegen de ‘powerfeministes’ in kwestie. Nee, ik heb achting voor hun werk en hun inzet tegen de onderdrukking van vrouwen. Ja, ik ergerde me aan hun eenzijdige kijk op emancipatie of beledigende verwensingen aan het adres van vrouwen die andere keuzes maken (Mees: ‘Ik weet heel goed dat dwangarbeid in strijd is met alle internationale verdragen, maar ik heb het soms zo gehad met de deeltijdfeministes die hun talenten verkwanselen dat ik hem morgen nog zou willen herinvoeren.’).
Maar dat was niet alles. Ik kon er de vinger niet op leggen totdat ik vorige week een artikel las van de hand van Iteke Weeda, emeritus-hoogleraar emancipatievraagstukken. Zij legt de nadruk op de statusverschillen tussen het mannelijke en het vrouwelijke. ‘Emancipatie’, schrijft ze, ‘verloopt nog steeds in een masculiene richting. De hele samenleving vermannelijkt. Je hoeft er de krant maar voor op te slaan, of de tv aan te zetten, of je hoort hoe sterk die tendens is.’ Verderop stelt ze: ‘De waarde van betaalde arbeid wordt gedefinieerd vanuit het –mannelijke- prestatie- en groeimodel, dat ook criteria aanreikt voor wat ‘top’ en ‘carrière’ inhouden.’ (meer…)