Paul de Beer
Een opinieblad dat het zwijgen wordt opgelegd omdat het voor de regering onwelgevallige berichten brengt, een hoofdredacteur die wordt ontslagen omdat hij te veel een eigen koers vaart, een parlementslid dat door de veiligheidsdienst wordt geadviseerd om zijn toon te matigen en vervolgens door de regering onder druk wordt gezet om zijn opvattingen niet in de vorm van een filmpje naar buiten te brengen, een tekenaar die wordt opgepakt omdat zijn cartoons haat zaaien. Het zijn voorbeelden van breideling van de persvrijheid die we geneigd zijn te associëren met regimes als die in Rusland, Indonesië of Birma. Wie had ooit gedacht dat dergelijke aanvallen op de persvrijheid zich anno 2008 zouden voordoen in een land dat er zo graag prat op gaat ooit het toevluchtsoord te zijn geweest voor vrijdenkers als René Descartes en John Locke: Nederland.
In september vorig jaar werd Thijs Janssen, hoofdredacteur van Christen-Democratische Verkenningen, het blad van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, ontslagen omdat hij in het blad teveel ruimte zou bieden aan opvattingen die niet sporen met de officiële CDA-lijn. Momenteel voert de landsadvocaat namens premier Balkenende een bodemprocedure tegen het weekblad Opinio omdat het eerder dit jaar een pastiche publiceerde van een rede van Balkenende, waarmee het blad de onduidelijke houding van het CDA ten aanzien van de Islam hekelde. Hoewel de rechter Opinio in kort geding in het gelijk stelde, dreigt het blad nu financieel ten onder te gaan doordat het de kosten van een langdurig proces niet kan opbrengen. Diezelfde Balkenende trachtte eerder, uit angst voor mogelijke negatieve reacties in moslimlanden, op lafhartige wijze Geert Wilders ervan te weerhouden zijn film Fitna uit te brengen – op een moment dat hij nota bene geen enkel inzicht had in de inhoud van de film. Afgelopen week pakte de politie, met volledige instemming van CDA-minister Hirsch Ballin, de cartoonist Gregorius Nekschot op omdat zijn spotprenten moslims zouden beledigen en haat zouden zaaien. Diezelfde Hirsch-Ballin stond onlangs nog op het punt om het parlement voor te stellen het verbod op godslastering zodanig te verruimen dat niet meer alleen belastering van het opperwezen eronder valt, maar ook ‘het zich beledigend uitlaten ten aanzien van een bepaalde godsdienst of levensovertuiging’, waaronder begrepen ‘heilige boeken of andere kernwaarden van een godsdienst of levensovertuiging’. Daarmee zou een ieder die scherpe kritiek uit op een kernwaarde van een geloof het risico lopen strafrechtelijk te worden vervolgd.
Het mogen dan relatief kleine en op zichzelf staande incidenten lijken, wie ze op een rijtje zet ontkomt niet aan de indruk dat er een patroon in zit. Het is telkenmale het CDA dat iemand het zwijgen probeert op te leggen en steeds is het argument dat er een hoger belang in het geding is waarvoor de vrijheid van meningsuiting moet wijken. De persvrijheid lijkt bij het CDA niet langer in goede handen te zijn. Daarmee begeeft het CDA zich op een uiterst bedenkelijk pad. Regimes die onder het mom van bescherming van godsdienst, vaderland of goede zeden de persvrijheid aan banden leggen, nemen het meestal ook niet al te nauw met andere fundamentele burgerrechten.
Zolang CDA-politici alleen nog maar zeiden dat de vrijheid van meningsuiting geen vrijbrief mag zijn om te kwetsen en te shockeren, kon je dat nog zien als een onschuldige poging om ‘de toon van het debat’ te matigen. Maar inmiddels is duidelijk dat het het CDA ernst is en dat het er niet voor terugdeinst om mensen die een naar zijn inzicht al te vrijmoedig gebruik maken van de persvrijheid, de mond te snoeren. Die ontwikkeling vormt een veel grotere bedreiging voor onze democratische rechtstaat dan alle artikelen, cartoons en films waar het CDA zich aan stoort bij elkaar.
Paul de Beer is medeoprichter van Waterland en hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam. Dit stuk verscheen ook in de Volkskrant van 22 mei 2008.
Het CDA keert blijkbaar terug naar haar beginselen: een van de partijen waaruit destijds het CDA gevormd werd, de ARP, was al een grote fan van de politie- en controlestaat die Metternich van het toenmalige Oostenrijk maakte.
Er staan een paar vreemde redeneringen in dit stuk.
Ten eerste het argument dat Balkenende het blad ‘Opino’ om zeep helpt. Dat doet hij niet. Hij voert een proces volgens de juridische regels van het spel. Het nevengevolg daarvan is dat Opinio nu financieel ten gronde gaat. Daar kan Balkenende niets aan doen. Het is niet zijn schuld dat het blad er financieel zo slecht voor staat. Stel je voor dat hij met het oog op de financiele situatie van het blad géén proces tegen het blad had aanngespannen! Dat zou pas ‘laf’ zijn geweest.
Als het argument van Paul de Beer klopt, dan had Balkende volkomen gelijk dat hij Wilders destijds op de mogelijk levensbedreigende gevolgen van het uitbrengen van zijn film wees. Want dan was Wilders volgens dezelfde logika verantwoordelijk geweest voor de nevengevolgen van het uitbrengen van zijn film. Natuurlijk was het niet Wilders’ ‘bedoeling’ dat er mogelijk Nederlanders zouden omkomen. Net zoals het ook niet Balkenendes ‘bedoeling’ was dat Opinio financieel ten gronde gaat.
De tweede vreemde redenering betreft het argument dat Balkende uit angst voor mogelijke negatieve reacties in moslimlanden, op “lafhartige wijze” Geert Wilders ervan trachtte te weerhouden zijn film Fitna uit te brengen – op een moment, zegt Paul de Beer, “dat hij nota bene geen enkel inzicht had in de inhoud van de film”. Dat inzicht had hij volgens eigen zeggen en dat van Hirsch Balin wel. Blijkbaar gaat Paul de Beer met al degenen mee die het met Wilders eens zijn dat het kabinet liegt. Maar een argument waarom we Wilders wel en het kabinet niet moeten geloven geeft hij niet.
De derde vreemde redenering betreft het argument dat het CDA voornemens is de persvrijheid de mond te snoeren. Als je dat uit het onderliggende ‘patroon’ van CDA reacties opmaakt, dan lijkt het me voor de hand liggender uit het ‘patroon’ van de reacties van Wilders en Verdonk op te maken dat ze de Koran in dit land willen verbieden en met hulp van de wet Moslims uit dit land willen verwijderen. Dat ‘patroon’ lijkt me bedreigender voor de rechtsstaat dan het patroon van reacties van het CDA.
Dat brengt me op het punt van de vrijheid van meningsuiting. Ik ben het, voor alle duidelijkheid, met Paul de Beer eens dat het CDA nogal vaak naar de rechter loopt als het niet z’n zin krijgt en ik ben het ook met hem eens dat je pas in laatste instantie je toevlucht moet nemen tot de rechterlijke macht als het om de vrijheid van meningsuiting gaat. Maar juist ter verdediging van de vrijheid van meningsuiting lijkt het me geen gek idee als men John Stuart Mill’s pleidooi voor de vrijheid van meningsuiting zou beschermen tegen diegenen die ter wille van het behoud van de vrijheid van menigsuiting zo relativistisch zijn geworden, dat in het kader van de vrije meningsuiting alles mag en alles kan, en ‘scherpe kritiek’ eigenlijk gewoon hetzefde is als ‘beledigen’ of ‘kwetsen’. Je kan veel van het CDA zeggen, maar dat doen ze in ieder geval niet.
Als we ’t dan toch zo makkelijk over ‘patronen’ hebben, let dan ook eens op het patroon in de reacties van Joep Schrijvers (zie diens blog van een paar dagen geleden) en Paul de Beer. Joep Schrijvers gelooft dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen een mening ‘hebben’ en je mening ‘zijn’. Alleen degenen die hun mening ‘zijn’ worden gemakkelijk gekwetst en beledigd (de klungels) Maar degenen die een mening ‘hebben’ (de wijzen) staan daar boven. Immers, de menig die je hebt kan je ook zo weer tegen een andere inwisselen, terwijl degenen die hun mening zijn er aan vast zitten. Stel je voor dat je op basis van het onderscheid tussen meningen hebben en meningen zijn de vrijheid van meningsuiting verdedigt. In welk hokje valt dan de vrijheid van meningsuiting? Als dat een mening is die je toevallig hebt kan je hem zo zo weer laten vallen als hij je niet goed uitkomt. En als alles kan, dan hangt het maar net van de maatschappelijke status quo af of mensen voor of tegen de vrijheid van meningsuiting zijn.
Het is het oude liedje: alles bagatelliseren wat niet met de vrijheid van meningsuiting verenigbaar is, maar vervolgens voor de vrijheid van meningsuiting zelf een uitzondering maken. Want dan geldt ineens: ‘als je daaraan komt, kom je aan mij’. Precies. Zo is dat met de vrijheid van meningsuiting. En op goede gronden. Maar voor anderen geldt: ‘als je aan mijn godsdienst komt, kom je aan mij’. De kunst is de vrijheid van meningsuiting op een symmetrische wijze te verdedigen, zonder godsdient bij voorbaat te bagatelliseren door het in een ander hokje te stoppen en door gelovigen te vragen hun godsdienst in een mening te veranderen die ze toevallig ‘hebben’. Tegen mensen zeggen: ‘je moet je godsdienst niet serieus nemen, maar de vrijheid van meningsuiting wel’ werkt niet als je dat op het onderscheid tussen menigen hebben en meningen zijn baseert, want dat onderscheid zelf behoeft een rechtvaardiging. Paul Scheffer formuleert die symmetrie waar ik naar zoek mooi in termen van wederkerigheid: ‘ik bescherm jou vrijheid van godsdient als jij mijn vrijheid beschermt haar te bekritiseren’.
Wilders zou zoiets nooit zeggen. Die wil de Islam gewoon verbieden. Dat is inderdaad een andere strategie dan godsdient bagatelliseren. Verbod van de Koran vormt een aantasting van de meningsvrijheid, religie bagatelliseren niet. Maar je bewijst de vrijheid van meningsuiting volgens mij geen goede dienst als je die vrijheid koopt tegen de prijs, dat het onderscheid tussen beledigen, kwetsen, of kritiek uiten niet belangrijk wordt, alles in gelijke mate moet kunnen en iedereen maar moet begrijpen dat als de ene mening je niet goed staat, je morgen gewoon een andere aantrekt, omdat meningen nu eenmaal geen deel van je identiteiit uitmaken. Als dat soort oppervlakkigheid de prijs van vrije meningsuiting wordt, dan is er iets diep mis en dreigt ook de vrijheid van meningsuiting zelf ten onder te gaan
@Pieter: kun je een hanteerbare definitie van ‘kwetsen’ of ‘beledigen’ geven? En daarmee een voorbeeld wanneer een religie volgens jou zo beledigd wordt dat het vervolgd moet worden?
Joep Schrijvers geeft gelovigen juist de keuze als ik hem goed begrepen heb: of ze beroepen zich erop dat religieuze identiteit net zoiets is als huidskleur of seksuele geaardheid, onlosmakelijk verbonden met de persoon (en dat doen ze, zie het kamer debat over godslastering waarin de CU betoogde dat religie niet zomaar een mening is), en dan ook net zo beschermd moet worden door de wet als huidskleur e.d. (wat nu het geval is met art 137). Maar dan kun je geen politiek gaan bedrijven met religie zoals nu wel gebeurt door partijen op religieuze grondslag. Je moet dan immers net zo gehakt kunnen maken van religie als mening als met socialisme of liberalisme. Maar dat kan nu niet met artikel 137 WvS. Dan moeten ze religie als identiteit inwisselen voor religie als mening die net zo als iedere andere mening aangevallen mag worden. En dan moet bescherming van religie als identiteit uit het strafrecht.
Pieter,
Een puntsgewijze reactie op jouw redeneringen:
1. Balkenende procedeert niet als privé persoon, maar de RVD procedeert namens de minister-president. Dat is dus juist niet conform de juridische regels van het spel. De staat moet zich namelijk in haar handelen jegens burgers en (kleine) bedrijven veel terughoudender opstellen dan particulieren, omdat de staat met haar macht (langere adem, meer financiële middelen) kleine partijen zou kunnen vermorzelen. Het tot aan hoger beroep doorgaan in een zaak die de staat waarschijnlijk toch niet gaat winnen is een goed voorbeeld van hoe het niet moet. Nog afgezien van de vraag of, vanwege persoonlijke grieven van Balkenende, de inzet van staatsmiddelen voor het beperken van de persvrijheid een goede zaak is. Of het Balkenendes bedoeling is dat Opinio ten gronde gaat doet niet ter zake, wel dat zijn handelingen en de gevolgen daarvan disproportioneel zijn ten opzichte van het gebeurde (een satirisch bedoeld stukje in een marginaal krantje). Afzien van een langdurig proces om ten koste van de ander toch nog je gelijk te willen halen zou in het geheel niet ‘laf’ zijn zoals je suggereert, maar simpelweg behoorlijk bestuur.
2. Een kleine nuancering lijkt mij op zijn plaats. Balkenende en Hirsch Ballin hadden feitelijk geen inzicht in de werkelijke inhoud van de film, tenzij de AIVD een werkkopie had bemachtigd (wat weer een schandaal op zich zou zijn). Het enige dat ze beweren te hebben gehad is een gesprek met Wilders, waarin door de laatste mededelingen over de inhoud zouden zijn gedaan. Waarom zouden we de regering of Geert Wilders op hun woord moeten geloven als we het bij de vaststelling kunnen laten dat we het niet weten? Wat we wel weten is dat CDA ministers hebben overwogen om een film nog vóór openbaarmaking te verbieden, maar het uiteindelijk hebben gehouden bij het onder druk zetten van Wilders en het genereren van extra internationale publiciteit voor (en ophef rond) de film.
3. Het ene patroon (de pogingen van het CDA om de vrijhed van meningsuiting te beperken) sluit het andere (de pogingen van de populisten om elkaar te overtreffen in uitspraken tegen moslims) niet uit. Ze zijn er volgens mij allebei en ze versterken elkaar. Iedere beknotting van de vrijheden door het CDA wordt triomfantelijk gevierd als “bewijs” dat “de gevestigde orde in den Haag” het land aan de moslims wil uitleveren. Zie ter ilustratie de reacties op de zaak GN op de meer op Wilders georiënteerde sites.
4. Wat betreft de VvM: je retorische truc om vrijheid van meningsuiting tot een geloof te maken doet niets af aan de conclusies van Joep Schrijvers. Als je alle politieke meningen ook als geloof behandeld, dan kunnen alle overtuigingen dezelfde claims leggen. Dan wordt of het uiten van meningen en kritiek daarop onmogelijk (voor je het weet voelt iemand zich gekwetst) of je komt tot de conclusie dat het openbare debat gebaat is bij maximale vrijheid van meningsuiting voor alle diepgevoelde overtuigingen, inclusief de religies. Het gaat er overigens niet om om de religieuzen minder serieus te nemen dan anderen, het gaat er om dat een religieuze mening/diepgevoelde overtuiging niet meer of minder bescherming nodig heeft dan een niet-religieuze mening/diepgevoelde overtuiging en dat op beiden kritiek mogelijk moet zijn (ook op de vrijheid van meningsuiting, al zal ik je dan wel bespotten zoals mijn geloof mij voorschrijft).
En inderdaad: Wilders c.s. gedragen zich hypocriet waar het de VvM betreft, maar daar ging het stuk niet over.
Eric en Wanko, bedankt voor kritiek en vragen
1. Eric, ik weet niet precies wat de bedoeling is van je vraag naar een hanteerbare definitie van kwestsen of beledigen. Of het een antwoord is op je vraag weet ik niet, maar over het algemeen wordt een onderscheid gemaakt tussen (a) kritiek op de inhoud van een godsdienst en de instituties die haar dragen, en (b) kritiek op de symboven van een godsdienst. Zo heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kritiek in de trant van de funste invloed van de bijbel op de ontwikkeling van het antisemitisme beschermd, maar kwam begin jaren negentig de op video uitgebrachte film ‘Visions of Ecstasy met een explicete liefdesscène tussen de Heilige Theresa en Christus niet door de toen bestaande filmcensuur heen. Meestal past the Hof zich waar het aanvallen op symboven van de godsdienst betreft aan de tolerantiegrens van de nationale samenleving aan. Anno 2008 ligt de tolerantiegrenns in Nederland elders dan begin jaren negentig. Overbodig om te vermelden wellicht, maar waar die tolerantiegrens ligt en waarom, daar gaat onze discussie over (voor het onderscheid tussen kritiek op symbolen en kritiek op de inhoud, zie het essay van E.J.Dommering, ‘De Teddybeer Mohammed, Gesluierde Homo’s En Het lawaai Van Wilders’, 15 februari 2008, Nr 7, NJB)
2. Wanko, je zegt het mooi: “Of het Balkenendes bedoeling is dat Opinio ten gronde gaat doet niet ter zake, wel dat zijn handelingen en de gevolgen daarvan disproportioneel zijn ten opzichte van het gebeurde (een satirisch bedoeld stukje in een marginaal krantje). Afzien van een langdurig proces om ten koste van de ander toch nog je gelijk te willen halen zou in het geheel niet ‘laf’ zijn zoals je suggereert, maar simpelweg behoorlijk bestuur.”
Akkoord. Ik begrijp je punt en ben het er mee eens. Wat je eerder zei klopt ook: “De staat moet zich (..) in haar handelen jegens burgers en (kleine) bedrijven veel terughoudender opstellen dan particulieren, omdat de staat met haar macht (langere adem, meer financiële middelen) kleine partijen zou kunnen vermorzelen. Het tot aan hoger beroep doorgaan in een zaak die de staat waarschijnlijk toch niet gaat winnen is een goed voorbeeld van hoe het niet moet.” Ook daarin geef ik je gelijk.
3. Nog een citaat uit je stuk waar ik het mee eens ben: “Het ene patroon (de pogingen van het CDA om de vrijhed van meningsuiting te beperken) sluit het andere (de pogingen van de populisten om elkaar te overtreffen in uitspraken tegen moslims) niet uit. Ze zijn er volgens mij allebei en ze versterken elkaar. Iedere beknotting van de vrijheden door het CDA wordt triomfantelijk gevierd als “bewijs” dat “de gevestigde orde in den Haag” het land aan de moslims wil uitleveren. Zie ter ilustratie de reacties op de zaak GN op de meer op Wilders georiënteerde sites.”
Maar ik heb wel een kleine kanttekening: ik vind beknotting van de vrijheden niet hetzelfde als aftasten waar de grenzen van deze vrijheden liggen. Het kan zijn, nee, het ís zo, dat de regering de verkeerde middelen kiest, om de redenen die je aan geeft, maar ik juich discussies over wat wel en niet in het kader van de vrije meningsuiting mag toe. Mijn lezing van het patroon is niet dat de regering op beknotting uit is, maar op grensbepalingen.
4. Wat de conclusies van Joep Schrijvers betreft, die onderschrijf ik, en dat heb ik ook gezegd, maar ik twijfel aan de effectiviteit van het onderscheid tussen meningen hebben en meningen zijn. Ik doe dat precies vanwege dat woordje in je reactie: ‘diepgevoelde levensovertuigingen’. Voor zover ‘diepgevoeld’ ook onder menngen hebben ipv onder meningen zijn valt, is er niets aan de hand, maar ik acht het onderscheid tussen meningen hebben en meningen zijn in dat verband misleidend. En ik was dan ook met meer dan een retorische truc bezig toen ik dat onderscheid bekritiseerde.
5. Tot slot een punt dat me opvalt en waarvan ik niet weet hoe ik er tegenover moet staan: of het nu Joep Schrijvers, Paul de Beer of je reactie op mijn commentaar op Paul betreft, ik begrijp jullie ergernis over mensen die zich gekwetst of beledigd voelen niet. Ik blijf staande houden, maar misschien zijn jullie het daar al lang mee eens, dat er een zinnig onderscheid te maken valt tussen het kwetsen of beledigen van mensen en inhoudelijke kritiek. Persoonlijk vind ik dat er in het publieke debat vrij veel gekwetst en beledigd wordt en dat de inhoudelijke kritiek vaak aan het kortste eind trekt. Het vervelende is, je kunt natuurlijk legio tegenvoorbeelden geven van mensen die veel te snel gekwetst en beledigd zijn en idioot lange tenen hebben. Bovendien kan je ook legio voorbeelden geven van mensen die met hun godsdienst de publieke ruimte intrekken en vervolgens moord en brand schreeuwen als de claims van die godsdienst bekritiseerd worden. Maar soms vind ik dat wel erg snel over beledigingen en kwetsures in het kader van de vrije meningsuiting wordt heengestapt. Net zoals slow sex tegen de gecommercialisserde varianten van sex een standaard probeert te zetten, zonder aan verboden en geboden te apelleren, zo moet er toch ook een standaard te zetten zijn tegen grof gebruik van het recht op vrije meningsuiting? Wil je die standaard zetten, dan zal men moeten ophouden badinerend over kwetsen en beledigen te doen. Dat we dat in het kader van de vrije meningsuiting tolereren ipv verbieden moeten begrijp ik wel, maar leuk is het niet en het minste dat je kan doen is signalen afgeven dat je de claims van anderen kunt bekritiseren zonder ze te kwetsen of te beledigen
@Pieter: bescherming van mensen tegen belediging, akkoord (denk aan smaad, laster). Maar de discussie ging over bescherming van religieuze opvattingen of gevoelens, en dat gaat te ver naar mijn mening. Ik zie dan ook niet in waarom bijvoorbeeeld een explicete liefdesscène tussen de Heilige Theresa en Christus verboden zou moeten worden. Gewoon niet kijken als het je niet bevalt.
@Pieter, ik heb weinig aan de reactie van Wanko op jouw betoog toe te voegen. Ik volsta met nog enkele opmerkingen toe te voegen.
Mijn bezwaar tegen de rechtszaak van Balkenende tegen Opinio is niet alleen dat hij dit proces als premier voert, maar ook dat het geen enkel doel dient. Inmiddels moet iedereen die het artikel in Opinio gelezen heeft weten dat het om een pastiche gaat en de rechtszaak leidt er alleen maar toe dat het gewraakte artikel nog meer aandacht krijgt. Het lijkt er dus op dat Balkenende bewust een ander doel nastreeft.
Je hebt op zichzelf gelijk dat het CDA vooral de grenzen van de persvrijheid aftast. Ik wil ook allerminst beweren dat het CDA de persvrijheid in algemene zin bedreigt. Maar in een democratische rechtsstaat als Nederland moet de waarde van de persvrijheid nu nu juist blijken uit hoe je met grensgevallen om gaat. Als je systematisch aan de grenzen van de persvrijheid knabbelt, vind ik dat een verontrustende ontwikkeling, zeker als de grootste regeringspartij dat doet. In die zin vind ik Wilders op dit moment minder bedreigend, al verhoede god (of allah?) dat hij ooit in de regering komt!
Overigens vind ik de vrijheid van meningsuiting inderdaad van een hogere orde dan de godsdienstvrijheid. Of beter gezegd, ik ben van mening dat de grondwettelijke godsdienstvrijheid niets zou mogen toevoegen aan de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering, zoals ik eerder heb betoogd (zie ‘Waarom de vrijheid van godsdienst uit de grondwet kan’, in S&D oktober 2007, te downloaden van http://www.pauldebeer.nl onder publicaties, 2007). Anders zou je op grond van je geloof bepaalde rechten kunnen claimen die je bijv. niet hebt op grond van je politieke overtuiging.
Tot slot heb ik er geen enkel bezwaar tegen als politici oproepen tot enige matiging in de toon van het debat, al is het maar om de te voorkomen dat de inhoud geheel wordt overschreeuwd. Maar dat is iets wezenlijk anders dan juridische stappen te zetten, laat staan wetgeving aan te passen (zoals Hirsch Ballin wilde met het verbod op godslastering).
Nemen de de verdedigers van de vrijheid van meningsuiting het evenzeer op voor de vrijheid van meningsuiting van mensen die:
1. “zich afzetten tegen de Nederlandse samenleving” (je weet wel, wat vroeger communisten deden)
2. verkondigen dat de westerse cultuur ziek, achterlijk, verderfelijk enz. is (je weet wel, waar menig cultuurfilosoof bekend om is geworden)
3. ongelovigen ‘honden’ noemen (of is dat erger dan wanneer je gelovigen ‘geitenneukers’ noemt?)
enz.
?
Of doen zij als de 200.000 professionals die het meteen doorgeven aan de bevoegde autoriteiten zodra zij dergelijke tekenen van ‘radicalisering’ waarnemen?
Bedankt voor je reactie Paul. Ik geloof dat we het aardig met elkaar eens zijn en nogmaals, ik geef Wanko en jou via Wanko op de genoemde punten gelijk.
Ik ben zelf overigens geneigd mijn bedenkingen te houden jegens je idee “dat de grondwettelijke godsdienstvrijheid niets zou mogen toevoegen aan de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging en vergadering”, maar ik heb daar voorlopig alleen maar een aantal intuities over en kan dat niet in goede argumenten omzetten. Het komt er op neer dat ik vind dat je beter meer (fundamentele) vrijheden dan minder kunt benoemen, omdat je in dat geval duidelijk kunt maken welke prijs we moeten betalen als we soms de ene fundamentele vrijheid in naam van een niet minder fundamentele vrijheid moeten beknotten. Het is goed als we de afruil tussen belangrijke vrijheden, mocht die nodig zijn, zo explciet mogelijk maken. Dan weten we beter wat we doen en waarom. Maar dat is voorlopig een hunch en geen argument.
Eric, je reactie bevestigt wat ik al zei: de tolerantiedrempel in de samenleving anno 2008 is een andere dan die begin jaren negentig. En uit al hetgeen ik gezegd heb blijkt dat ik niet zeker weet of dat alleen maar winst is. In het kader van het idee dat ieder gelijk is vind ik dat je diepgevoelde overtuigingen met respect moet behandelen (zoals je zou willen dat andere jou overtuigingen met respect behandelen), en dat je met het anderen uitschelden voor geitenneukers of honden niet veel verder komt.
Maar ik heb naar aanleidng van de discussie wel de volgende vraag: is er iemand die me kan uitleggen wat Balkenende wil met het proces tegen Opinio? In hoeverre staat de rest van de regering achter Balkenende? Wat is hier aan de hand? Waarom wordt Balkende tijdens het vragenuurtje van de ministerpresident niet naar dit voorval gevraagd? Of is dat al gebeurd?
@Pieter: ik heb steeds de indruk dat je beledigen van de persoon en zijn of haar ideeen door elkaar haalt. Iemand uitschelden is een persoonlijke belediging, strafbaar, en wat mij betreft terecht. Iemands religieuze heilige uitschelden is geen persoonlijke belediging, en in mijn ogen daarom vrij absurd om dit met het strafrecht te willen beschermen, hoezeer ik het ook met je eens ben om respectvol met anderen om te gaan. Ik zal het gebedshuis niet inlopen om daar te spotten met iemands heilige, maar waarom mag in het boek dat ik lees in mijn eigen huis niet gespot worden met religie? Wie doe ik daarmee kwaad? Gelovigen zeggen gekwetst te worden, pijn te voelen, als niet repectvol wordt omgegaan met hun God of religieuze leider. Ik vraag me af, als een volwassene werkelijk pijn voelt in zo’n geval, of hier geen sprake is van godsdienstwaanzinnigheid. Ik ben geen psycholoog, maar normaal vind ik een dergelijk reaktie van een volwassen persoon in ieder geval niet.
Eric, als je denkt dat het zo makkelijk kan, prima. Maar ikzelf geloof dat het onderscheid tussen persoon en idee niet zo simpel te maken valt. Natuurlijk kan ik tal van ideeën herzien zonder mijn persoon te herzien, maar dat is niet hetzelfde als zeggen dat idee en persoon volledig van elkaar gescheiden kunnen worden. Van sommige ideeën vinden we het nu eenmaal veel belangrijker dat ze kloppen dan andere -omdat we er persoonlijk om geven en er zorg voor willen dragen.
Een voorbeeld. Ik weet niet hoe lang geleden het is, maar enkele jaren terug was ik samen met Antoine Verbij en Jos van de Lans betrokken bij het maken van een pamflet over de jaren zeventig. We ergerden ons aan de manier waarop het ideeëngoed van de jaren zeventig door sommige commentatoren belachelijk werd gemaakt. Jos en Antoine, die het pamflet uiteindelijk schreven, eindigden hun strijdschrift ongeveer met de woorden: ‘als je aan die jaren komt, dan kom je aan mij’. Volgens jouw definitie waren wij godsdienstwaanzinnigen en was het vrij idioot van ons kwaad te worden en in de pen te klimmen. We hadden gewoon de andere kant op moeten kijken en moeten denken: dat gaat mijn persoon niet aan.
In principe kan je je persoon overal uit terugtrekken onder het mom van ‘wat gaat mij dat aan’. Maar ik geloof niet dat dit Mills bedoeling was toen hij de meningsvrijkheid verdedigde. Mill wilde beslist geen samenleving waarin mensen zoveel eelt op hun ziel hadden dat geen idee nog in hun persoon kon doordringen.
Juist omdat ik het geheel met diegenen eens ben, die religieuzen verwijten een slinkse politieke overwinning voor hun religie te willen behalen door religie buiten de politiek te houden, vind ik dat je in de politiek voorzichtig met gevoelige onderwerpen om moet gaan en je je best moet doen elkaar niet te beledigen of te kwetsen. Natuurlijk kan je dat nooit voorkomen en natuurlijk is politieke correctheid om der wille van de politieke correctheid funest, maar beweren dat meningsvrijheid je het recht geeft anderen te beledigen is niet minder funest. Vanwege de verwevenheid van personen en ideeën zijn beledigingen en kwetsures de prijs die we soms moeten betalen om te weten waar we staan en waarom we daar staan. Maar dat is iets anders dan het beledigen als een waarde op zich te beschouwen die je door een recht moet beschermen. Dat is niet de manier om de vrijheid van meningsuiting te verdedigen.
L.S.,
Eric schreef: “Iemand uitschelden is een persoonlijke belediging, strafbaar, en wat mij betreft terecht.”
Is dat wel terecht?
Even wat context. Belediging is strafbaar gesteld in art. 266-268 en 271 Sr. Dit zijn misdrijven. Een snelle zoekopdracht in rechtspraak.nl geeft 230 strafzaken waarbij een vorm van belediging ten laste is gelegd. De overgrote meerderheid daarvan gaat om art. 267, om precies te zijn het beledigen van een politieagent (267 sub 2). Een voorbeeld van simpele belediging, waarbij de verdachte ook niet zo stom was geweest om een advocaat te beledigen, is een uitspraak van de Hoge Raad van 6 maart j.l.:
“3.2. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat:
“hij op 26 mei 2004, in elk geval in de maand mei 2004, in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, opzettelijk [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2], in het openbaar bij geschrift(en) heeft beledigd door aan (een journalist van) het dagblad De Twentsche courant Tubantia te kennen te geven of te melden – zakelijk weergegeven -: [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] zijn verraders en Dit zijn toch NSB-praktijken!? en In 1943 zouden die twee ons hebben verlinkt bij de Sicherheitsdienst althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking, welke mededelingen en woorden zijn gepubliceerd in het dagblad de Twentsche Courant Tubantia van 26 mei 2004.””
In tegenstelling tot rechtbank en Hof komen de advocaat-generaal en de Hoge Raad echter allebei (terecht, wat mij betreft) tot de conclusie dat deze uitspraken een beschermde meningsuiting vormen. (Nou ja, zouden kunnen vormen, want strikt genomen wordt het vonnis van het Hof vernietigd wegens een motiveringsgebrek, nu het Hof niet heeft uitgelegd waarom het vond dat dit geen beschermde meningsuiting was.)
Wat mij betreft hoort simpele belediging eigenlijk niet in het strafrecht thuis. Het openbaar gezag, de kroon, buitenlandse staatshoofden, etc. worden wat mij betreft terecht beschermd, maar een gewone belediging van een privépersoon jegens een ander privépersoon lijkt me hooguit een probleem voor de burgerlijke rechter, maar geen strafzaak.
In veel gevallen is het immers moeilijk in te zien welk kwaad hier wordt gedaan. In tegenstelling tot gevallen van smaad en laster is er geen sprake van een aantasting van iemands goede naam. Het is voor eenieder duidelijk dat de belediging voor rekening komt van degene die haar uitspreekt. (Een belediging is nou niet bepaald een overtuigend argument.) En vooral ook omdat beledigingen vaak worden geuit in het kader van verhitte discussies lijkt het me voor iedereen veiliger om ze in het algemeen onder de bescherming van art. 7 GW, art. 11 EU handvest en art. 10 EVRM te brengen.
Eduard, ik in elk geval wel. Wat heeft vrijheid van meningsuiting voor betekenis als je alleen vrij bent om bepaalde meningen nte uiten? De maatstaf hiervoor is natuurlijk Voltaire: “Ik verafschuw Uw mening, maar ik zou mijn leven geven om het U mogelijk te maken, ze te uiten.”
kijk maar uit Paul, straks wordt jij ook opgepakt!
…en wij ook.
Het CDA is erg gevoelig voor haar Christelijke achterban en daarnaast ook voor internationale druk. In een ‘realistische’ partij als het CDA draait buitenlandse politiek vooral om macht en gaat het verkrijgen van internationale status niet samen met een land waarin vrijheid van meningsuiting en rebellie hoog in het vaandel staat. Binnen deze context valt ook te begrijpen waarom het CDA de vernieuwde Europese grondwet er zonder burger raadpleging doorheen wil duwen. Het CDA is na iedere verkiezing een gesloten bolwerk, waarbinnen de elite bepaalde belangen vertegenwoordigt.