Waterlog biedt regelmatig ruimte voor gastbijdragen. Vandaag maken we met veel plezier plaats voor een kerstverhaal door Joep Schrijvers.
Nederland is nog steeds in de war, ik kan het niet anders zeggen, al is het inmiddels vier jaar geleden dat Wilders met een granaat in de Tweede Kamer werd opgeblazen. Het gebeurde tijdens een vinnig debatje over het afschaffen van co-educatie op de basisscholen. Plasterk en Vogelaar hadden een segregatiewetje ingediend om de integratie te bevorderen via deseksualisering van de samenleving. De politicus was op het bewuste moment fel tegen Vogelaar aan het uithalen toen de man de handgranaat gooide. De rest is bekend.
Straks ga ik mijn schaapsvlees ophalen. Overmorgen is het Kerstmis en ik wil als een goede herder mijn familie het lekkerste uit de kudde voorzetten. In het café om de hoek hoorde ik dat slagerij Amin in Slotervaart goed bevoorraad is vanwege het Offerfeest dat dit jaar met Kerst samenvalt. Op Internet heb ik twee heerlijke bouten besteld.
We hebben inmiddels het tweede kabinet Verdonk. Balkenende VI moest vrij snel na de granaat aftreden. Diens positie was onhoudbaar geworden. De verkiezingen waren rumoerig en weinig subtiel. Trotsch op Nederland won aanzienlijk net als de onthoofde PVV. De PvdA werd gedecimeerd. Na de uittocht van de echte socialisten naar de SP keerden toen ook de vrijzinnige sociaaldemocraten de partij van Bos de rug toe en kreeg Nederland haar eerste vrouwelijke, nationalistische premier. Inmiddels is zij herkozen.
Omdat het vriest en ik wat kortademig ben besluit ik mijn vlees met de auto op te halen. Dat is tegenwoordig vrij simpel. Je kunt tot een minuut van tevoren via internet een tijdelijke rijlicentie aanvragen. Als er nog plek is, krijg je direct het wachtwoord waarmee je je auto kunt opstarten. Het is een beter systeem dan het rekening rijden. Dat werkte niet omdat iedereen het kon betalen waardoor de files net zolang bleven als voor die tijd. De opvolger, de soepele draadloze distributie van schaarse rijrechten, is wel succesvol en het wordt allemaal vanuit Driebergen geregeld.
“Licentie geweigerd.”
Wat? Ik kijk nog eens naar mijn PDA. Het staat er echt: licentie geweigerd.
Zouden er weer rellen zijn in de stad? Het kunnen geen files zijn want die zijn er nooit op dit uur. Dan moet het met onrust in de stad te maken hebben. Na de moord op Wilders zijn opstootjes heel gebruikelijk geworden vooral bij feestdagen. Sinds twee jaar gebruiken ze het licentiesysteem ook om stadsdelen af te sluiten. Ik loop naar de slaapkamer op de vierde verdieping en schuif de luxaflex opzij. Inderdaad, de politiezeppelins zweven over de stad. Die dingen, die Job Cohen ooit invoerde heeft Verdonk nooit afgeschaft. Integendeel zij heeft er landelijk beleid van gemaakt. Tegenwoordig word je permanent vanuit de lucht in de gaten gehouden.
Ik probeer het nog eens en tik opnieuw de gegevens in. Kut, opnieuw geweigerd.
Er zit dus niets anders op dan mijn vouwfietsje te pakken om bij slagerij Amin te komen. Het is inderdaad koud buiten en ik voel de wind ondanks mijn Goretex-jas langs mijn botten gaan. Ik blaas dampen over mijn sjaal waardoor mijn brillenglazen kort beslaan. Het Tussen Meer is prachtig versierd met Kerstverlichting in rood, wit en blauw en overal hangen spandoeken: “Samen zijn we Amsterdam.” De gemeente, het laatste linkse bolwerk van Nederland, heeft daartoe opdracht gegeven. Ze hangen er ook in het Arabisch, Chinees en Turks.
“Wilt u even stoppen.”
De jongeman die me aanhoudt draagt de grijze jas van de straatcoaches. Achter hem zie ik de fuik staan. Shit. Ook staan de bekende mobiele coachingsketen opgesteld.
“Mijn schapenvlees”, schiet er door me heen, “dat kan ik nu wel vergeten.”
Ongemerkt ben ik een gebied van preventief fouilleren ingefietst en zo te zien van het zwaarste kaliber. Het is me wel eens eerder overkomen en dan ben je echt in de aap gelogeerd omdat het uren kan duren. Ze nemen al je e-mails van de laatste periode met je door, je telefoongesprekken en je verplaatsingen met de auto en het openbaar vervoer.
Ik stap af en onwillekeurig kijk ik naar mijn voor- en achterlichtje alsof het daarom zou gaan.
“Mijnheer Schrijvers,” zegt de man terwijl hij op zijn scherm kijkt, “u heeft half uur geleden een rij-permit aangevraagd. Wat was u van plan te gaan doen in Slotervaart?”
De man is nog erg jong, ik schat hem rond de twintig en hij heeft een ernstige oogopslag. Zijn bouw en haarkleur doen een Noordafrikaanse afkomst vermoeden.
“Ik ben weg op weg naar slagerij Amin voor drie pond schapenbouten. Overmorgen is het kerstmis en ik heb die besteld. Maar ik kreeg geen toestemming om ze met mijn auto op te halen. Ik vermoedde dat er weer rellen zijn in de stad. Dus ben ik op de fiets.”
De jongen geeft geen sjoege. Ik zie in zijn muts een camera zitten: kennelijk wordt het hele gesprek opgenomen.
“Komt u even mee naar de mobiele coachingsruimte,” hij wijst naar de mobiele, zonnig gele bouwkeet achter hem. Samen zijn we Amsterdam, lees ik op de zijkant. Gebladderd is het portret van de vroegere minister van Integratie Vogelaar nog zichtbaar.
Ook dat nog, een coachingsgesprek. Sinds een aantal jaren is iedereen verplicht een personal coach te hebben. Een innovatiedenktank had ooit bedacht, dat elke scholier gecoached moest worden en dat vond de regering zo’n goed idee, dat nu iedereen nu van de wieg tot het graf een coach heeft. Ira Levin had het in zijn Dag der Dagen goed voorzien. Gelukkig heb ik nog kipfiletjes in de diepvries liggen.
“Fijn om je weer te zien.”
Ik kijk naar het volle gezicht van Bob, mijn permanente coach. Hij heeft nog steeds dat rozige haar en die blozende wangen.
“Ga even zitten, dan kunnen we je persoonlijke ontwikkeling van de afgelopen maand even doorspreken. Hoe vind je het zelf gaan?”
“Ik dacht wel goed. Eerste Kerstdag krijg ik mijn oudste broer te eten met zijn vrouw. Afgelopen week heb ik in Drenthe kerstliedjes voor mijn dementerende moeder gespeeld.”
Bob trommelt zachtjes met zijn wijs- en middelvinger van zijn rechterhand op tafel. Zijn wenkbrauwen heeft hij hoog opgetrokken.
“O, ja, ik heb een boek besteld via Antiqbook.nl…”
“Ja, dat weet ik. Je hebt Het fascisme en de nieuwe vryheid van Jacques de Kadt besteld bij de Rooie Rat in Utrecht. Dat lees ik allemaal hier in je e-dossier. Heb je enig idee waarom je licentie is geweigerd en waarom je dit coachingsgesprek hebt?”
Ik tuit mijn lippen en kijk naar het plafond. Het getrommel van Bob’s vingers is het enige geluid naast het zoemen van de lamp dat ik hoor.
“Zullen we even samen kijken naar wat filmbeelden en daar dan over praten?
Zonder mijn antwoord af te wachten start hij de player op de tafel en ik kan al uittekenen wat me te wachten staat. Het was ook erg dom van me om het te doen maar het gebeurde toen ik de fietsenkelder van het gemeentehuis inging om mijn Bromton op te halen. De fietsenmaker had me begerig aangekeken en ik had de verleiding niet kunnen weerstaan. De wellust, al sinds jaren een herinnering, was opeens zo aanwezig als die alleen bij een jongeman kan zijn. Voor 50 euro wilde hij wel het doen.
“Kijk, daar ga je tegen het muurtje van de werkplaats staan.”
Ik zie mezelf op de HD-beelden van de bewakingscamera’s, hoe de monteur op zijn knieën gaat en mijn pik uit mijn broek haalt, hoe hij me langzaam begint af te zuigen totdat ik kreunend klaarkom. Gek, ik voel helemaal geen schaamte nu ik die beelden terugzie maar vooral voldoening: groot gelijk dat ik het gedaan heb. Dit was een daad van verzet.
“Vind je ook niet, dat je hier de kernwaarden van de gedeseksualiseerde samenleving geschonden hebt?”
Bob kijkt me vol empathie aan.
“En het is niet de eerste keer. Je hebt ook in Nijmegen gedaan, en in Den Haag en…”
Hij tikt naar een hele lijst in mijn e-dossier.
“Heb je zelf een suggestie hoe je dit kunt oplossen?”
Ik weet dat hij maar één antwoord verwacht:
“Het heeft met stofjes in mijn hersenen te maken,”zeg ik Oudkerk braaf na, “die maken dat ik mij als een seksueel wezen gedraag ook als dat ongepast is.”
“Heel goed, en weet je ook wat de adequate oplossing is?”
Ik knik. Dat weet ik maar al te goed.
“Stroop je mouw maar vast op. Dan zal ik je een kleine injectie geven. Maar eerst moet je hier tekenen dat je deze behandeling vrijwillig ondergaat.”
Ik doe keurig wat hij me vraagt, teken en geef hem mijn linkerarm.
“Het was fijn om weer met je te praten, Joep. Ik vind je een kanjer dat je je zo kwetsbaar opstelt. Ga nu maar je schapenbouten halen. Amin wacht op je.”
Ik loop snel naar buiten, pak mijn fiets en rijd in volle vaart terwijl ik de engeltjes door het luchtruim zie zweven langs de Sloterplas. Het is bijna Kerstmis en ik hoor er weer helemaal bij. Samen zijn we Amsterdam.
Bijzonder stuk,Joep. doet sterk denken aan de samenleving zoals beschreven in “de dag der dagen”van de onlangs overleden Ira Levin.